De gemeente Gulpen-Wittem heeft de forensenbelasting fors verhoogd om de vastgelopen woningmarkt te reguleren. De vraag in een procedure is of dat wel mocht en of daarbij voldoende rekening is gehouden met de belangen van eigenaren van tweede woningen. De eigenaar van een tweede woning in de gemeente vocht de verhoging aan tot bij de Hoge Raad.

Standpunt van de belanghebbende

De belanghebbende, mede-eigenaar van een tweede woning in de gemeente Gulpen-Wittem, vindt de tariefsverhoging van de forensenbelasting van 0,23% naar 0,56% van de WOZ-waarde buiten proporties. De forensenbelasting is een gemeentelijke belasting voor personen, die niet hun hoofdverblijf in de gemeente hebben, maar wel een woning voor langere tijd tot hun beschikking hebben, zoals een vakantiewoning. Deze belasting dekt de kosten voor het gebruik van gemeentelijke voorzieningen door mensen die geen inwoners van de gemeente zijn. De belanghebbende stelt dat de tariefsverhoging zonder enig onderzoek naar de effecten daarvan is ingevoerd. Daarnaast voert hij aan dat de belangen van eigenaren van tweede woningen niet voldoende zijn meegewogen. Hij beroept zich op het evenredigheidsbeginsel en vindt de maatregel willekeurig en onredelijk.

Standpunt van de heffingsambtenaar

De heffingsambtenaar stelt dat de gemeente de bevoegdheid heeft om de forensenbelasting te verhogen. Deze verhoging is volgens hem rechtmatig. De heffingsambtenaar betoogt dat het tarief in lijn ligt met de WOZ-waarde van de woning en dat de belasting bedoeld is om te compenseren voor het gebruik van gemeentelijke voorzieningen door niet-ingezetenen van de gemeente. De verhoging is mede ingevoerd om de woningmarkt te reguleren, hetgeen volgens de heffingsambtenaar een legitieme reden is.

Oordeel van de rechtbank

De rechtbank heeft de heffingsambtenaar in het gelijk gesteld. De rechtbank overwoog daartoe dat tariefsverhoging binnen de bevoegdheden van de gemeente valt. Er is geen strijd met het evenredigheidsbeginsel. De rechtbank vindt de verhoging niet onredelijk, gezien het gebruik van gemeentelijke voorzieningen door forensen. De rechtbank heeft het beroep van de belanghebbende afgewezen.

Oordeel van het hof

Het hof heeft in hoger beroep grotendeels het oordeel van de rechtbank bevestigd. Het hof overwoog dat gemeenten vrij zijn om de tarieven voor de forensenbelasting vast te stellen, zolang deze niet in strijd zijn met de wet. Wel oordeelde het hof dat de gemeenteraad nalatig was geweest in het afwegen van de gevolgen voor eigenaren van tweede woningen. Het besluit berust op een onzorgvuldige voorbereiding, maar de aanslag bleef in stand. De gemeente mocht de forensenbelasting heffen op basis van de WOZ-waarde.

Oordeel van de Hoge Raad

De Hoge Raad boog zich over de vraag of de tariefsverhoging disproportioneel is en of de gemeente zorgvuldig heeft gehandeld. Het verhogen van de forensenbelasting om de woningmarkt te reguleren is op zichzelf niet onrechtmatig, mits dit zorgvuldig gebeurt. Echter, volgens de Hoge Raad heeft de gemeente de belangen van eigenaren van tweede woningen niet voldoende meegewogen. Het gebrek aan zorgvuldig onderzoek naar de effecten van de verhoging maakt dat het besluit in strijd is met het evenredigheidsbeginsel. De Hoge Raad heeft de uitspraak van het hof vernietigd en de verhoging buiten toepassing gelaten. De aanslag is verlaagd naar het tarief dat gold vóór 2020.

Tip

Heeft u als eigenaar van een tweede woning te maken met een forse verhoging van de forensenbelasting? Neem dan contact met ons op. Wij kunnen uw situatie beoordelen en helpen bij het indienen van bezwaar of beroep tegen de aanslag.

Bron: Hoge Raad | jurisprudentie | ECLINLHR20241178, 23/00801 | 12-09-2024
Terug