De uitkeringsbedragen van diverse sociale verzekeringen zijn gekoppeld aan het wettelijk minimumloon. In verband met de halfjaarlijkse aanpassing van het wettelijk minimumloon worden diverse uitkeringsbedragen per 1 juli 2021 aangepast.
Algemene nabestaandenwet
De bruto-nabestaandenuitkering bedraagt:
- voor een nabestaande die de pensioengerechtigde leeftijd nog niet heeft bereikt € 1.250,16;
- voor een nabestaande die een gezamenlijke huishouding ten behoeve van de verzorging van een hulpbehoevende voert € 785,54;
- voor een nabestaande die met één of meer meerderjarige personen in dezelfde woning zijn hoofdverblijf heeft € 785,54.
De bruto-wezenuitkering bedraagt:
- voor een kind jonger dan 10 jaar € 400,05;
- voor een kind van 10 jaar of ouder maar jonger dan 16 jaar € 600,08;
- voor een kind van 16 jaar of ouder maar jonger dan 21 jaar € 800,10.
Algemene Ouderdomswet
Het bruto-ouderdomspensioen bedraagt:
- voor een alleenstaande € 1.275,39; en
- voor een gehuwde of samenwonende € 863,66.
Beslagvrije voet
De beslagvrije voet van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering bedraagt maximaal:
- voor een alleenstaande € 1.664,51;
- voor een alleenstaande ouder € 1.782,62;
- voor gehuwden zonder kinderen € 2.203,77; en
- voor gehuwden met kinderen € 2.321,89.
Bron: Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid | besluit | 2021-0000075408, Staatscourant 2021, Nr. 27619 | 02-06-2021
Terug